Zondag was de klassieker in Survivalrunwereld: de run in Beltrum. De run die al 33 jaar bestaat met een unieke formule: off-road hardlopen, hindernissen van touw en boomstammen en vooral zware, koude omstandigheden. In mijn ogen is het uitlopen van deze run van 23km een fantastische prestatie voor iedereen die zichzelf survivalrunner beschouwt. Ik denk dan ook dat iedere top-survivalrunner het winnen van deze klassieker ook bovenop zijn verlanglijstje heeft staan.
Nadat ik in 2018 tijdens het NK vrij letterlijk van de koude kermis thuiskwam had ik pas in 2023 het gevoel dat ik fit genoeg was om opnieuw een gooi te doen naar het podium. Helaas gooide covid toen roet in het eten en kon ik niet starten. Het doel daarna was vrij duidelijk: 2024 moest dan maar het jaar worden. En wat een editie zou het worden. Al wekenlang stond het waterpeil erg hoog waardoor akkers, weilanden en bossen onder water stonden. Daarnaast daalden de temperaturen tot onder het vriespunt met daar bovenop een frisse wind. Ofwel, omstandigheden zoals de run in Beltrum hoort te zijn.
Het Parcours in Beltrum
Het parcours in Beltrum is in een aantal opzichten uniek. Het parcours is bijna volledig off-road, dit betekent dat je bijna geen moment over paden loopt. Het terrein bestaat uit bossen, weilanden en akkers. Zoals het parcours ooit geïnspireerd en bedacht was voor de slipjachten. Het hoge water zorgde voor een extra dimensie want overal waar je liep stond je in het water of zakte je weg in de modder. De hindernissen zijn net zo klassiek als de run zelf, ofwel alles is gebouwd met dikke boomstammen en touw, geen mooie gladde balken of handige verbindingsstukken. Ook zul je geen hindernissen tegenkomen waar je exotische technieken op los hoeft te laten. Met de belangrijkste basistechnieken kom je een heel eind. Maar.. daarin wordt deze run dan ook wel eens onderschat. De zwaarte zit hem niet in de moeilijkheidsgraad van de hindernissen, maar vooral de omstandigheden waaronder je ze moet volbrengen.
De wedstrijd
Mijn wedstrijdplan voor de dag was als volgt: het eerste deel van het parcours wil ik aanvoelen wat de verzwarende omstandigheden zouden doen met het parcours. Ofwel, hoe hard kan ik lopen over de ondergelopen weilanden en hoe zwaar zijn de bevroren touwen en balken voor de handen. Op een goed loopstuk zou ik dan versnellen en een gat slaan om deze vervolgens te controleren zonder mezelf op te blazen.
Het startschot klinkt en we zijn onderweg. Thom van Cappellen zet direct een mooi looptempo in en ik probeer aan te haken. We passeren de eerste hindernissen en lopen over een aantal weilanden. Ik hoor mezelf denken. ‘als ik nu al weg zak tot mijn enkels in de modder, dan kan 23km nog wel eens erg lang gaan duren..’. Ondertussen worden we gevolgd door een auto met luidsprekers. Via een live-verslag worden de toeschouwers op de hoogte gebracht van het wedstrijdverloop. Het heeft wel iets komisch: Sporters die elkaar aan het afmatten zijn in de modder, gevolgd door een groep fietsers en een auto met luidsprekers in een winters pittoresk landschap.

Na iedere hindernis verdwijnen we weer het bos in. De takken van het struikgewassen slaan in mijn gezicht en ik struikel een aantal keer bijna door mezelf vast te lopen in een bramenstruik. Zo vlak erachter zie ik niet veel. Ik kan 2 dingen doen. Of ik moet me wat laten afzakken of ik moet er langs gaan. Na een hordenbos zie ik mijn kans. Een mooi stuk fietspad van een paar honderd meter voordat we weer de modder in gaan. Ik zet aan en sla een gaatje. Om deze bij de eerstvolgende hindernis weer in te leveren. Ik loop over de laatste horizontale balken van een hindernis en word teruggestuurd. Ik had hier blijkbaar moeten kruipen.. Zij-aan-zij doorlopen we het parcours tot we bij een hindernisblok komen. Ik weet niet precies wat hier gebeurd maar opnieuw sla ik een gaatje. Ondertussen speelt een brassband een Italiaans partizanenlied.Bella ciao, ciao, ciaodenk ik in mijn hoofd en zet het op een lopen. Al vrij snel bouw ik een mooie voorsprong op totdat er niemand meer te zien is op het weiland achter me.
Eigenwijs zijn
Na een aantal hindernissen kom ik uit bij het trainingsterrein van Survival Beltrum. Een aantal combi’s wachten hier op me. Het knijpen gaat niet helemaal lekker meer. Mijn handen zijn koud want mijn wanten zijn nat geworden. Ik denk ‘lekker is dat, die wanten zijn altijd te warm om te dragen totdat je ze een keer echt nodig hebt, dan zijn ze weer te dun’. Gelukkig heb ik een tweede, dikker paar meegegeven aan Justien die met me meefietst. Ze vraagt of ik ook mijn thermoshirt wil verwisselen eigenwijs wijs ik dit af omdat ik geen tijd wil verspillen.
Het tweede deel van het parcours wordt je veel meer blootgesteld aan de wind. Ik merk dat ik ondanks de nieuwe wanten nog steeds aan het afkoelen ben. Maar de hindernissen gaan nog soepel dus waar zou ik me zorgen over maken? Bij de kaboutertouwtjes heb ik het echt koud maar nog steeds kom ik er gemakkelijk doorheen, ook hier sla ik goedbedoelde hulp af. In het laatste deel zit een stuk kajakken waarbij je halverwege een swing-over moet maken vanuit je boot. Ik voel de kou door het ijzer van de peddel mijn handen in trekken. Met veel moeite pak ik de bevroren bovenbalk en klim weer naar beneden. ‘dit kan nog wel eens een probleem gaan worden…’. Bij de eerstvolgende combi kom ik voor het eerst echt in de problemen, een armonderdeel: een kort touw, triangel en apenvuist. Normaliter geen enkel probleem maar nu is alleen al het vasthouden een opgave. Gelukkig volbreng ik de hindernis in een keer en loop lichtelijk bezorgd de laatste kilometer in.

Gevoelloze Handen
Ik stel mezelf voor, nog 1 keer het trainingsterrein, een stukje apenhang en houthakken. Gewoon op safe spelen en ik kom hier prima door heen, ik heb minuten voorsprong. Al vrij snel wordt dit idee teniet gedaan. Op het trainingsterrein krijg ik pakplakken voor mijn kiezen. Op tandvlees weet ik met gevoelloze handen dit net aan te halen. Vervolgens wordt ik onder een net gestuurd en moet ik 1 deel enteren op armen. Dit blijkt op dat moment een onmogelijke opgave. Geen enkele coördinatie in de handen en knijpen lukt niet. Na een aantal mislukte pogingen zie ik Thom mij redelijk gemakkelijk passeren. Als laatste redmiddel wordt er warme chocolademelk over mijn handen gegoten om ze op te warmen, zonder effect. Het wordt ellebogenwerk en ik haal het na een aantal pogingen. Thom is ondertussen al ruim op weg naar de finish.

Het laatste deel van de run verloopt als een waas. Alles kost te veel moeite. Ik probeer creatief te zijn zodat ik mijn handen zo min mogelijk hoef te gebruiken in de hindernissen. Het houthakken aan het einde gaat nog wel, maar in de eindhindernis loop ik weer vast. Een reeks lussen waarbij je over de balk gaat. Het lukt me simpelweg niet om in het touw te blijven knijpen. Kerst Wind en Barend Westerveld passeren me. Ik hang er wat hopeloos bij. Ik kan er niets tegen doen. Uiteindelijk kom ik over de eindstreep. Teleurstelling op dit moment is een understatement. Hoe heeft dit zo mis kunnen gaan?
Terugkijkend besefte ik dat ik me beter had moeten kleden om warm te blijven, en dat ik niet zo eigenwijs had moeten zijn door natte kleding niet tijdig te vervangen. Nu had ik de volledige "Beltrum-ervaring" gehad, een ervaring die voor zoveel atleten zo herkenbaar is. Misschien krijg ik in 2025 mijn revanche?

Hee Jesse, leuk stuk en leerzaam voorzowel jezelf en anderen! Goed dat je er wat humor in verwerkt hebt ook!!
Als zeer ervaren kou-kleum kan ik je advies be-amen. Zelf ging ik jaren geleden zover dat ik soms niet eens meer helder kon denken door de onderkoeling. Eigenwijs zijn kun je denk ik niet afleren, wel het gedrag dat er uit voortkomt…
Overigens heb ik het dit jaar heerlijk warm gehouden afgezien van 3 vingers waar helaas nog steeds geen gevoel in zit.
Groetjes Jora
Mooi verslag Jesse!
Erg beeldend omschreven, herkenbaar.
Op naar editie 2025!
Prachtig verslag om te lezen. Helaas geen nummer 1 maar desalniettemin een topprestatie waar je trots op kan zijn.
Herkenbaar Jesse! Ik deed slechts de halve maar had in de eindhindernis ook geen knijpkracht meer door de omstandigheden.
Kop omhoog en op naar de volgende!